Musée en plein air - Sart Tilman

Keramiek op beton
h x l, 250 x 620 m
1987, herdaan in 2011

Alsof het een monumentale toegangspoort is, verwelkomt de Esplanade van Jo Delahaut elke passant op drukste toegangsweg van Sart Tilman. De eerste – onderbroken – muur links en loopt rechts verdubbeld verder: één arm begeleidt richting de Place du Rectorat, de andere naar de zone van de Grands Amphithéâtres (de grote aula’s). Het stringente ritme van de patronen, het keurslijf van de geometrische en abstracte vormen, het uitgepuurd kleurgebruik steken schril af tegen de weelderige en wilde plantengroei rondom. Die dualiteit tussen exactheid en vrijheid, tussen cultuur en natuur is niet alleen één van de fundamenten van het domein Sart Tilman, maar ook van de universiteit an sich.
De originele constructie uit 1987 werd in samenwerking met de architect André Paulus en met keramist Jean-Claude Legrand verwezenlijkt. Wisselvallige weersomstandigheden leidden tot langzame maar ontegensprekelijke schade aan het werk. In 2010-2011 werd de betegeling onder leiding van ingenieur-architect Alain Hinant herdaan. De zoektocht naar identieke tegels met eenzelfde kleurenpallet vormde een bijzondere uitdaging.

Jo Delahaut

Vottem-lez-Liège, 22 juillet 1911 – Schaerbeek (Bruxelles), 20 février 1992

Jo Delahaut mène de front des études à l’Académie des Beaux-Arts et à l’Université de Liège, où il défend une thèse de doctorat en histoire de l’art sur le Néo-Classicisme en Belgique.

Pionnier de l’abstraction géométrique dans la Belgique de l’Après-guerre, il s’impose rapidement comme le chef de file national d’un courant qui fonde sa quête spirituelle sur la discipline formelle et le primat de la raison, en vue du dépassement du monde physique et de l’émotion.

Membre de la Jeune Peinture belge en 1946, co-fondateur des groupes Art abstrait (1952), Art abstrait-Formes (1956) et Art construit (1960), et auteur, avec Pol Bury, Elno et Jean Séaux, du Manifeste du Spatialisme (1954), Jo Delahaut convertit, de 1962 à 1976, son ardeur militante en vertu pédagogique, pour enseigner l’esthétique à l’Institut national des Arts du Spectacle (INSAS) et la peinture à l’École nationale supérieure d’Architecture et des Arts visuels (La Cambre).

“Je vise à ordonner le chaos qui résulte de la vie frénétique que nous menons et dans lequel se développent sentiments, pensées et tout ce qui échappe au contrôle de la conscience. je voudrais contribuer à une claire ordonnance intérieure qui débarrasse l’âme du fouillis qui la défigure.”

Jo Delahaut